zaterdag 30 april 2011

Kampen (1925): Algemeene stadsbeschrijving

ALGEMEENE STADSBESCHRIJVING.

Kampen en de IJssel
Kampen is "de IJsselstad" bij uitnemendheid. Meer nog dan dat van Zutfen en Deventer is haar historisch verleden beïnvloed geworden door de gunstige ligging aan en nabij de uitmonding van de rivier en al moge in later tijd de beteekenis van den IJssel voor het grootverkeer sterk zijn verminderd, de belangen van Kampen zijn daarmee nog steeds ten nauwste verbonden. Ook afgedacht van de rijke schenking der vruchtbare delta is de beteekenis van de prachtige rivier in velerlei zin niet hoog genoeg aan te slaan. Om te beginnen is zij de draagster van het verkeer, staat handel en nijverheid, zuivelproductie, hooibouw en visscherij ten dienste, brengt beweeg, leven en vertier langs haar kaden. In den loop van 1923 zijn 2203 stoombooten met een gezamenlijken inhoud van 246.000 ton en 1050 zeilschepen met 199.000 ton van hier de rivier opgevaren en zijn 2204 stoomers, inhoudende 259.000, en 2074 zeilschepen, inhoudende 312.000 ton, stroomafwaarts gaande, de IJsselbrug gepasseerd. Deze booten behooren grootendeels tot vaste stoomvaartdiensten, alhier door een agentschap vertegenwoordigd, zooals : de Zutfensche Stoombootdienst Zutfen-Kampen-Leeuwarden, de Zaandamsche Motordienst Zaandam-Kampen-Zutfen, de stoombootdiensten Zwolle-Kampen-Amsterdam-Rotterdam en Zwolle-Kampen-den Haag-Delft, beide laatste van de reederij Van der Schuyt. Voorts de dagelijksche verbinding Zwolle-Kampen-Amsterdam van de reederij Verschure met de groote, comfortabele salonbooten "Zwolle" en "Kampen", welke een geregelden nachtdienst en gedurende de zomermaanden tevens een dagdienst onderhouden.
Bij gunstig weer wordt dan druk geprofiteerd van de gelegenheid om voor matigen prijs een heerlijk zeereisje of riviertochtje te maken. Behalve de hier genoemde booten, welke Kampen op doorreis aandoen, zijn er ook, welke hier haar basis hebben. En van deze verdienen vooral de Urker booten vermelding. Een eervolle vermelding! Ieder, die kranten leest, kan toch weten, wat een goeden naam deze postbooten hebben als zeebouwertjes en welk 'n kranigen staat van dienst haar bemanning kan overleggen. Iederen ochtend vaart een der beide, aan de Urker Stoomvaart-maatschappij behoorende booten van Kampen af, om via Urk naar Enkhuizen te varen en iederen namiddag komt er een hier voor den wal terug. De eene is de om haar "vast liggen" gezochte en wegens haar roemruchtige avonturen vermaarde Jhr. von Geusau ; de andere de voor kort aangekochte, keurig ingerichte Insula. De Urker Maatschappij is tevens contractueel belast met het overbrengen van de post en vandaar, dat des winters bij stremming van de vaart, zelfs bij zwaren ijsgang, haar booten nog tot het uiterste den dienst onderhouden. Pas wanneer het ijs zich in zee vastzet, geven zij den strijd op en het is bij zulke gelegenheden, dat momenten van perikel worden doorgemaakt. Houdt de vorst aan, dan komt de beurt aan de "ijsvletten" . Uit tegenovergestelde richtingen, van Urk en van den uitersten punt van het Kamper Eiland, wordt getracht over en door het ijs Schokland te bereiken; daar wordt dan "gewisseld" en vervolgens de terugtocht aanvaard. Wat zoo'n tocht beteekent, waarbij de vlet om beurten dienst moet doen als slede en als boot en welke vermoeienissen en gevaren de stoere kerels daarbij trotseeren, is bij herhaling beschreven. Thans is een overeenkomst aangegaan tusschen de Urker Stoombootmij en de K. L. M., waarbij de laatste zich verbindt, om bij ijsgang zoo mogelijk tweemaal per week de post naar en van Urk te vervoeren per vliegtuig uit Schiphol, waarvan dan hoogstens zes passagiers gebruik kunnen maken.


Foto: IJsselbrug: poort stadzijde

Na deze verbinding kunnen verder genoemd de lijnen Kampen-Zwolle-Nijmegen, Kampen-Zwolle-Utrecht-Rotterdam en Kampen-Zwolle- Tiel-den Bosch, alle onderhouden door de reederij Van der Schuyt. Voorts maakt de stoomboot "Koophandel" twee keer per week de reis naar Amsterdam, het stoomertje "Paul Kruger" vaart dagelijks heen en weer naar Hattem en een motor-vrachtbootje onderhoudt de verbinding met Apeldoorn.
Buiten deze booten leggen voortdurend tal van zeilschepen te Kampen aan en bij het wachten op gunstige vaargelegenheid kan het voorkomen, dat ze langs de kaden in rijen van zes en meer naast elkander gemeerd liggen. Het "liggeld" bedraagt hier slechts een halve cent per ton (van 1000 K.G. laadvermogen) per etmaal en bij abonnement nog minder, terwijl het .walgeld" (bij tijdelijken opslag van goederen op de kade) voor het gebruik van elke 50 M2. wal niet meer is dan f 0.20 per dag of bij abonnement f 50.- per jaar.
Groote aken worden gesleept of liggen op stroom en jachten, verschillend van bouwen van afmeting, behooren mede tot de geregelde bezoekers, terwijl men een enkele maal een der kleinere marine-vaartuigen ook ligplaats kan zien kiezen.
In verband met het hoofdbedrijf der boerenbevolking is de hooiverscheping hier van beteekenis en een groot deel van het jaar brengt zij bedrijvigheid aan de kade beneden de brug.
Voor de Zuiderzee-visschers is de Kamper "afslag" als gemakkelijk bereikbaar, een gezochte afzetplaats en geregeld wordt hun aankomst naar ouden trant bij bekkenslag den volke bekend gemaakt; de jaarlijksche omzet aan den afslag beloopt ongeveer f 23.000.-.

Geeft deze vluchtige opsomming eenig denkbeeld van de beteekenis der rivier ten bate van het verkeer en ter bevordering van leven en bedrijf, nog in velerlei ander opzicht is de IJssel voor Kampen van waarde. En hierbij kan gedacht aan het genot van baden en zwemmen in het frissche, levende water. Om dit genot te verhoogen heeft het gemeentebestuur in de jaren 1912/13 doen bouwen een keurige zweminrichting, 57 bij 22 meter buitenmaat,welker massief ijzeren bovenbouw rust op een 15-tal grootere en kleinere pontons van gewapend beton. Het diepe bassin voor de geoefende zwemmers is 32 M. lang en 16 M. breed, dat voor de nog ongediplomeerden en dat voor de kinderen zijn elk 16 M. lang en 10 M. breed. De op stroom liggende inrichting verheugt zich doorloopend in druk bezoek van jong en oud - het vrouwelijk element daaronder sterk vertegenwoordigd - en bij warm weer is zij herhaaldelijk "uitverkocht". Dan is het waterballet daarbinnen in vollen gang en heerscht er een vroolijke drukte; het is een loopen en springen, ploeteren en plassen, roepen en schateren, dat zelfs op de ouderen aanstekelijk werkt. De toegangsprijzen zijn matig gesteld: 15 cent voor een bassin- en 22,5 cent voor een kuipbad, terwijl de inrichting des avonds eenigen tijd "kosteloos" is opengesteld voor minvermogenden. De schooljongens bezoeken klasgewijs onder geleide en toezicht hunner onderwijzers het bad om er het zwemmen te leeren.
Voor beoefening van verdere watersport is Kampen schitterend gelegen. Op het breede water, nu eens rustig en vlak als een spiegel, dan zich plooiend tot speelsche golfjes, soms wild en onstuimig met witgekuifde baren, kan ieder genieten op zijn getij; de ranke kano en de vlugge giek even goed als de laveerende zeilschuit en de snelle motorboot. Niet allen, die zeil of riemen hanteeren, doen dit echter voor hun genoegen. Er zijn er ook, die hun dagelijksch broodje zoeken te verdienen door jacht te maken op de geschubde bewoners. Bijna het geheele jaar ziet men de visschers bezig met het uitzetten en binnenhalen van hun netten, welke in soort verschillen naar het jaargetijde; van sleepnetten en staand want, van fuiken en aalkorven wordt te bestemder tijd en plaatse gebruik gemaakt. Aan het visschen op steur wordt den laatsten tijd wegens gebrek aan resultaat weinig meer gedaan; tot voor weinige jaren werden nu en dan nog enkele van die kolossen, waaronder exemplaren van honderden ponden gewicht, door Wilsummer visschers bemachtigd, een buitenkansje! want het buitenland (Parijs) betaalde voor de kaviaar een goeden prijs.
Hoe talrijk en veelzijdig dus de gunsten van IJsala jegens Kampen zijn, een enkele maal toch kan haar omarming te innig, zelfs benauwend worden. Dat is namelijk het geval, wanneer bij een sterken, doorstaanden noordwester de uitstrooming van het rivierwater verhinderd wordt door een hoogen stand der zee voor den oostwal. Dan kan het rivierwater in korten tijd enorm opzetten. Zoo steeg in den nacht van 2 op 3 December 1917 het peil binnen enkele uren tot 2.91 boven A. P. en twee jaar te voren in den bangen nacht van 13 op 14 Januari 1916 was het nog heel wat erger, want toen werd op zeker oogenblik een hoogte van 3.13 A. P. (dit overigens een hooge zeldzaamheid!) bereikt. Wat een dusdanige waterstand beteekent, kan men eenigszins beoordeelen, wetende dat de hoogte der kaden om de buitenpolders berekend is op een peil van 1.90 en dat het Kamper Eiland begint in te loopen bij een rivierstand van 2.25. Wat men dan in die richting te zien krijgt, is één uitgestrekte watervlakte, waarboven alleen de uitstekende boomrijen de wegen markeeren, terwijl ieder (op een terp gebouwd) boerenerf in een eilandje is verkeerd, zoodat de verbinding onderling en met de stad slechts per roeiboot onderhouden wordt. Een minder benijdenswaardige positie, welke intusschen door de pachtersfamilies niet al te tragisch wordt opgenomen en gemeenlijk ook slechts van korten duur is. Bovendien mag niet uit het oog verloren, dat deze streken aan de herhaalde inundaties haar tegenwoordige vruchtbaarheid te danken hebben. Wanneer echter dergelijke hooge was samengaat met ijsgang, kan dit reden geven tot bezorgdheid, spanning zelfs. Het is voorgekomen, dat de IJsselbrug, ondanks haar uit ijzer geconstrueerde bovenbouw en stevige torens, rustende op zware, zorgvuldig gefundeerde pijlers, beefde en schokte op haar grondvesten. Steeds heeft zij echter aan dergelijke zware beproeving glansrijk weerstand kunnen bieden.


Foto: De IJsselbrug

Deze brug, waarvan de bouwkosten bijna vier ton vereischten, is tusschen 1872 en '74 gebouwd naar een ontwerp van het ingenieursbureau Nierstrasz, terwijl tien jaar later de fundeering der pijlers nog verbeterd en verzekerd is naar plannen van den Delftschen hoogleeraar Telders. Boven den ingang aan de stadszijde is de Landbouw in beeld gebracht, terwijl de Kamper Stedemaagd troont boven de andere ingangspoort. De voorgangster van déze was een houten brug, welke toen reeds bijna twee en een halve eeuw had dienst gedaan, hoewel ze, vooral na storm en ijsgang, voortdurend groote herstellingen eischte. En ook die brug had al een voorgangster gehad, want volgens de chroniek werd den 29 April 1448 op deze plaats aangevangen met het bouwen van een brug, ondanks het protest van Deventer en van de Duitsche Hanzesteden, die daarvan
nadeel vreesden voor haar belangen. Zelfs werd een beslist verbod uitgevaardigd door den Roomschen koning Frederik, maar Kampen ging rustig met den arbeid voort en voltooide den brugbouw.


Industrie
Het zal wel geen verklaring behoeven, waarom vele ondernemers voor de vestiging hunner zaak een punt hebben gekozen aan of in de nabijheid van de rivier. Reeds hiervóór is melding gemaakt van de Kamper Emaille-fabrieken met haar meer dan 600 arbeiders, welker producten onder het alom bekende en gerenommeerde merk BK hun weg vinden tot buiten de landsgrenzen en niet het minst naar de Koloniën. Dan liggen vlak aan het groote water de beide kapitale fabrieken van Van Heel's Cond. Milk Cy Ltd., de eene buiten de Venepoort, de andere op Seveningen (den zuidelijken punt van het Kamper Eiland), welke uit wijden omtrek de melkbussen doen aanbrengen met zware vrachtauto's en met elkander geregelde verbinding onderhouden door platte motorschuiten. Even gunstig zijn gelegen de Chemische Fabriek ter vervaardiging van magnesium, de zeepziederij Walkate en Rodenberg, de machine-fabriek W. E. Penning, de Kamper Brandstoffenhandel, de houthandel P. Cramer met uitgestrekte opslagplaatsen, de steenfabriek Gebrs. Van Hasselt, de scheepswerf Schepman, de constructiewerkplaats Hammers & Zn., alle de rivier zoekende voor den aanvoer van grondstoffen en goeddeels ook voor de verzending der gefabriceerde producten.

Onder de te Kampen vertegenwoordigde bedrijven neemt van ouds de tabaksindustrie een eerste plaats in en nog steeds zoekt de grootste helft der arbeidersbevolking haar bestaan in de sigarenfabrieken, waarvan het aantal, groot en klein, den laatsten tijd tot boven de 60 gestegen is. Men zou zich echter vergissen met hierin een bewijs te willen zien van grooten bloei in het bedrijf. Eer is het omgekeerde het geval. De sigarenindustrie kampt reeds eenige jaren met een chronische malaise, veroorzaakt in de eerste plaats door sterke vermindering van den export, vooral naar Duitschland en Skandinavië, en ook door verminderde vraag van den binnenlandschen afnemer in verband met de prijsverhooging van het artikel. Die verhooging vindt weer haar verklaring voor een deel in den sterk opgevoerden marktprijs der goede tabakken en den (bij vroeger vergeleken) hoogeren loonstandaard, voor een deel ook in de bepalingen der jongste wetgeving. Deze schrijft namelijk voor, dat alle arbeid in de fabrieksgebouwen moet worden verricht (waardoor dus zeer terecht een einde wordt gemaakt aan het verkeerde stelsel der "thuiswerkers"), welke gebouwen aan verschillende eischen moeten voldoen. Deswege worden echter aan de werkgevers in het groot-bedrijf al weder zware lasten opgelegd, zoodat dezen verplicht zijn, hun waren sterk op prijs te houden, hetgeen den afzet belemmert en de werkloosheid in het vak bevordert. Aanvankelijk daartoe door den nood gedrongen (de steun was vaak ontoereikend, ook begrensd van duur) begonnen enkele werkloozen voor eigen rekening te werken en geleidelijk nam hun aantal toe. De klein-fabrikant toch kan zijn product belangrijk goedkooper aanbieden omdat zijn bedrijfskosten minder en de weinige door hem uitgekeerde loonen lager zijn dan die, welke in het groot-bedrijf gelden, terwijl hij tevens profiteert van de omstandigheid, dat velen thans meer acht geven op "prijs" dan op "kwaliteit". Ziedaar tevens dus verklaard de verrassende toename van het aantal "fabrieken". Toch is het getal arbeiders, die als sigarenmaker, sorteerder, plakker, expediteur, kerver, kistenmaker, enz. in de bekende fabrieken van W. G. Boele Sr., La Bolsa voorheen C. J. Boele, Smit & Ten Hove, Wascana, Gluysteen en Van Breughel, Indiana, Post van der Linde, Van der Mijle & Co., Ysala e. m. werkzaam zijn, nog steeds heel groot, wat o.a. verklaart, dat twee van de vijf vakorganisaties den zetel van haar hoofdbestuur te Kampen gevestigd hebben. Volgens een met de regeering getroffen overeenkomst heeft de N.V. Sigarenfabriek "Indiana" op het eiland Urk een werkplaats ingericht, om de jeugdige visscherslieden in het tabaksvak op te leiden.

Buiten de genoemde bedrijven zijn nog te Kampen gevestigd de omvangrijke uitgeverszaak J. H. Kok, vooral voor religieuze en theologische litteratuur, de N.V. Kamper Meubelfabrieken, de bekende groothandel in koffie en thee Kanis & Gunnink (K & G), de coöp. zuivelfabriek "De IJssel", orgel- en piano-fabrieken, exportslagerijen, hooiperserijen, vischrookerijen, enz. De "K.A.V.O" ("Kamper Actie Voor Opbloei") heeft dezer dagen bewezen, dat de Kamper winkelstand in geen enkele branche achterstaat en in ieder opzicht de concurrentie zelfs met de groote centra schitterend kan trotseeren. Het succès dier tentoonstelling was volmaakt.


Foto: Het R.K. Thuis "Concordia" aan de IJsselkade

Marktwezen
De op Maandag gehouden weekmarkt trekt geregeld de boerenbevolking uit den omtrek in grooten getale stadwaarts en de aaneengesloten rij voertuigen, meest zoogen. Utrechtsche wagentjes, welke dan naar oud gebruik in het midden der straten staan opgesteld, leveren voor den vreemdeling een eigenaardig gezicht. Dien dag komen winkeliers en kramers, ook velen van elders, hun waren op Nieuwe Markt en een deel van den Burgwal uitstallen. Het marktgeld van 10 cent per vierkante meter of f 5. - per jaarabonnement is dan ook laag te noemen.
De eertijds bloeiende Kamper botermarkt, waar de prijs "gezet" werd, is als overal elders verloopen tengevolge van de fabriekmatige zuivelbereiding en thans beperkt tot den verkoop van "stukken". Daarentegen is de laatste jaren door de uitbreiding der hoenderteelt de eiermarkt van veel meer beteekenis geworden; bij tienduizenden worden zij Maandags aangevoerd op de overdekte marktplaats, welke in den naam Plantage nog altijd herinnert aan den tijd, toen dit pleintje met boomen was beplant. Daar wordt ook de dagelijksche groenten- en bloemenmarkt gehouden en de Zaterdagavondmarkt. De Maandagsche groenten- en ooftmarkt is op het Muntplein terzelfder tijd dat op de Koornmarkt de hoenders en konijnen verhandeld worden. Een ander markt artikel zijn de russchen matten, waarvan de vervaardiging speciaal in Grafhorst en omgeving een middel van bestaan uitmaakt in de wintermaanden; ze worden verhandeld aan de IJsselkade. Het terrein van de voorjaars- en najaarsveemarkt is het Kalverenbosch, waar nu en dan ook massa-verkoopingen van meubilair worden gehouden.
Ten dienste van handelsverkeer en credietwezen is te Kampen een filiaal van de Geldersche Credietvereeniging gevestigd in een voormalig koopmanshuis, waarvan de mooie oude gevel piëteitvol gespaard is gebleven, terwijl de Sallandsche Bank haar kantoren heeft te Deventer en te Kampen. Verder worden bankzaken verricht door een viertal kassiers en is de Nederlandsche Bank vertegenwoordigd door een Correspondentschap 1e klasse. Voorschotten aan handel en landbouw worden verstrekt door de Boazbank en de Coöp. Boerenleenbank, welk beide ook gelegenheid geven voor het deponeeren van spaargelden. Op dit laatste gebied beweegt zich ook de Nuts-Spaarbank, een instelling welke vier jaar geleden reeds haar eeuwfeest heeft herdacht, maar zich volkomen aanpast bij de moderne spaarbanktechniek. Met haar kapitaal van 3,5 millioen (reserve f 350.000.-) neemt zij onder de Nederlandsche spaarbanken de 10e plaats in. Op het eiland Urk is een filiaal gevestigd. Post, telegraaf en telefoon zetelen in een flink gebouw, dat vóór weinige jaren op royale schaal is opgetrokken tusschen Oudestraat en IJsselkade.


Foto: De Societeit "'t Collegie", daarnaast het Postkantoor

Verbindingen
Buiten de reeds genoemde waterverbindingen kan de stad per spoor en per tram uit twee richtingen benaderd worden en veroorlooft Kampen zich daarom de weelde van twee stations aan weerszijden van den IJssel. Van Kampen-Noord vertrekt 19 keer per dag een trein naar Zwolle en evenveel malen komt er van daar een hier binnen. Sinds eenigen tijd wordt op deze lijn voor het personenvervoer gebruik gemaakt van benzine-motorwagens, welke proef blijkbaar voldaan heeft, vooral uit oogpunt van bezuiniging, daar soortgelijke rijtuigen ook reeds op andere lijnen, o.a. Zwolle-Apeldoorn, zijn in dienst gesteld. Van Kampen-Zuid kan men eenige keeren daags per locaaltrein Hattem en per stoomtram Nunspeet bereiken.
De spoorverbindingen besprekende, dient melding gemaakt van de merkwaardige procedure, welke kortelings is gevoerd tusschen de gemeente Kampen en de Nederlandsche Centraal-Spoorwegmaatschappij. In April 1863 sloot Kampen met
genoemde maatschappij een contract, waarbij laatstgenoemde op zich nam de reeds aangelegde spoorlijn Utrecht-Zwolle door te trekken tot Kampen en o.m. tevens (bij art. 4) de verplichting aanvaardde "àlle treinen te doen doorloopen tot Kampen",
waartegenover de stad aan de maatschappij moest betalen een som van f 250.000. -, twee jaren later nog met f 5000.- verhoogd voor den bouw van een spoorsteiger aan den IJssel. In verloop van tijd stuitte zeer begrijpelijk de naleving van dat artikel 4 op praktische bezwaren en herhaaldelijk werd daarvan dispensatie gevraagd. Dit leidde in September 1910 tot wijziging van het oorspronkelijk contract in dien zin, dat de gemeente toestemming verleende tot het buiten werking stellen van het hinderlijk voorschrift, terwijl de maatschappij ter compensatie aannam:
a. dagelijks minstens 16 treinen in iedere richting tusschen Zwolle en Kampen te doen loopen, welke te Zwolle zoo goed mogelijk aansluiting zouden geven aan de aldaar passeerende sneltreinen; b. voor het vervoer van reizigers tusschen Zwolle en Kampen onderling geen hoogere vrachtprijzen in te voeren dan op dat tijdstip (September 1910) werden toegepast, te weten f 0.50 retour 1e kl., f 0,40 2e kl., f 0.30 3e kl. en f 0.25 enkele reis 1e kl., f 0,20 2e kl., f 0.15 3e kl.; c. minstens 5 goede verbindingen per dag te onderhouden langs de tramlijn Kampen-Elburg-Nunspeet, een en ander voor zoover en zoo lang de maatschappij daarbij niet in botsing zou komen met de wettelijke bevoegdheden van den Minister van Waterstaat. Verder werd bij deze nieuwe overeenkomst nog bepaald, dat eventueel voorkomende geschillen onderworpen zouden worden aan de uitspraak van een scheidsgerecht. Inderdaad deed zich reeds na enkele jaren terzake dezer overeenkomst een geschil voor. Het aantal treinen tusschen Zwolle en Kampen verminderde tot 14 op werk- en 9 op zon- en feestdagen en wat erger was, tegelijkertijd werden de vrachtprijzen voor het personenvervoer verhoogd tot f 0,90 voor enkele reis 1e kl., f 0.70 2e kl., f 0,45 3e kl. en f 1.80 voor retour 1e kl., f 1.40 2e kl., en f 0,90 3e kl. De gemeente zag hierin een schending der overeenkomst door de maatschappij, welke laatste echter meende zich te kunnen beroepen op een besluit genomen door den Minister van Waterstaat krachtens diens wettelijke bevoegdheid. Het geschil werd ter beslechting onderworpen aan de arbitrale uitspraak van drie scheidslieden: Ir. J. Th. Gerlings, Directeur van Indische Tramwegmaatschappijen, Mr. W. L. P. A. Molengraaf, oud-hoogleeraar en F. H. de Monté Verloren, lid van de Tweede Kamer, waarbij Kampen in hoogste ressort in 't gelijk werd gesteld en de spoorwegmaatschappij veroordeeld volledige uitvoering te geven aan de bij overeenkomst aanvaarde verplichtingen of bij in gebreke blijven aan Kampen voor elken dag uit te keeren een schadevergoeding van f 50. -. Wie verwacht hebben - en voorzeker zullen weinigen van een andere meening zijn geweest! - dat na dit vonnis de oude tarieven op de lijn Zwolle-Kampen zouden worden hersteld, vergisten zich. De maatschappij verkoos liever de boete te betalen dan de bestaande vervoerprijzen te verlagen en tot op het huidige oogenblik is zij niet van gedachten veranderd.
Evenals indertijd bij het totstandkomen der lijn naar Zwolle heeft de gemeente Kampen zich ook financieel geïnteresseerd bij den aanleg van de Locaalspoor naar Hattem. Zij verstrekte een 3,5 percents-leening van f 495.000.- en bovendien nog een renteloos voorschot van f 50.000. -, een en ander onder beding, dat minstens 3 treinen per dag tusschen Kampen en Hattem zouden heen en weer loopen. Beide bedragen zijn door vervroegde aflossing reeds terugbetaald bij de liquidatie der Locaalspoorwegmaatschappij.
Behalve spoor- en tramverbindingen bestaan er op eenige naburige plaatsen geregelde autobusdiensten, namelijk Kampen-Zwolle, Kampen-Zwolle-Wijhe en Genemuiden-Kampen-Zwolle, terwijl het goederenvervoer nog wordt aangevuld door een dagelijkschen. auto-vrachtdienst op Zwolle en vrachtwagens op de omliggende dorpen.

Verlichting en watervoorziening
In de stedelijke behoefte aan licht en verwarming wordt sinds een halve eeuw voorzien door de op de scheiding met Brunnepe gebouwde gasfabriek, terwijl een buisleiding door de rivier de gelegenheid tot aansluiting ook openstelt voor wie aan de overzijde wonen. In 1907 is naast de steenkoolgasfabriek een voor watergas gebouwd en sedert bevat de productie 50 percent van elke gassoort. Over het jaar 1923 bedroeg de totale productie 2.832.400 kubieke meter. In de crisisjaren, toen vele fabrieken in den lande aan haar verplichting niet meer konden blijven voldoen, heeft Kampen wel eenige beperking van het gebruik gekend, maar geen oogenblik is de stad van gaslevering verstoken geweest. Er was tijdig gezorgd voor het opslaan van reserves in steenturf, hout, bruinkolen en gasophalt, terwijl ongecarbureerd watergas gefabriceerd werd, toen de olie ontbrak. Voor publieke verlichting zijn 382 gas-straatlantaarns in gebruik. De prijs van het lichtgas is 10 cent, muntgas 9 cent en die van het kookgas 8 cent per kub. M.

Kampen heeft het groote voorrecht van heerlijk zuiver drinkwater. Dit wordt verkregen van de hooge Veluwsche zandgronden en is in hoedanigheid te verkiezen zelfs boven duinwater. Voor de winning zijn in de buurt van het dorp Wezep 7 verticale putten gegraven van 40 tot 50 Meter diepte, welke van filters voorzien zijn en verbonden door middel van een hevelbuis, welke het water over een afstand van 200 meter naar de pompput voert. Daaruit wordt het dan door een machtige stoommachine naar Kampen geperst. De hiervoor gebruikte transportleiding heeft een capaciteit van 3 dM. en is 13,5 KM. lang. Zij werd in 1888/’89 gelegd en heeft gedurende al die jaren de watervoorziening der stad overvloedig kunnen bezorgen, doch de voortdurende stijging van het verbruik (over 1923 was dit bijna 554.000 M3) maakte het wenschelijk tijdig maatregelen te nemen ter versterking van den aanvoer. Naast de bestaande wordt dan ook thans een tweede buisleiding aangelegd, eveneens met een diameter van 300 mM., welke op eenige punten met de andere buis verbinding zal krijgen. Alle gevaar voor waterschaarschte zal hiermee voor lange jaren zijn uitgesloten.

Het tarief der Waterleiding is als volgt:

f 2.- per jaar voor een woning met 1 vertrek (v. minst. 12 M3.)
f 5.- - 2 vertrekken
f 8.32 - 3 vertrekken
f 12.60 - 4 vertrekken
f 16.20 - 5 vertrekken
f 19.80 - 6 vertrekken
f 23.40 - 7 vertrekken
f 27.- - 8 vertrekken
f 30,60 - 9 vertrekken
f 34,20 - 10 vertrekken
en voor ieder volgend vertrek f 2.26 meer.
Bij het gebruik van een watermeter wordt 22,5 cent per kub. M. gerekend (met een minimum naar het aantal vertrekken; bad en closet niet in rekening gebracht).
Het personeel van Gasfabriek en Waterleiding omvat 52 hoofden, inbegrepen de bij het Pompstation verblijf houdende machinist, twee stokers en terreinwerker.
Het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf betrekt den benoodigden stroom van de N.V. Electriciteitsfabriek "IJssel-centrale", gevestigd te Zwolle, welke stroom wordt toegevoerd langs een ondergrondschen kabel, die in een gebaggerde sleuf door den bodem der rivier is gelegd. Het bedrijfsbureau is gevestigd aan de Nieuwe Markt in het door de gemeente aangekochte gebouw van het voormalige hotel "Het Hof van Holland".
Voor het gebruik van electriciteit is het volgende tarief verschuldigd: Voor verlichting per Kilowattuur: per jaar 28 cent voor de eerste 2500 K.W.U., 26 cent voor de volgende 2500 K.W. U., 24 cent voor alle verdere volgende.
Voor andere doeleinden dan verlichting: per jaar voor de eerste 2500 KWU 18 cent, voor alle volgende KWU 16 cent. Voor een gebruik van electrischen stroom grooter dan 7500 KWU per jaar kunnen Burgemeester en Wethouders met de verbruikers bijzondere overeenkomsten afsluiten. De aangeslotene garandeert een stroomverbruik van min-
stens f 18. - per jaar.


Foto: Gezicht op brug en rivier, genomen vanaf de Nieuwe Toren

Gemeentelijke diensten
Voor de belangen der gemeente op het terrein der openbare werken, voor het onderhoud der eigendommen in onderscheiden vorm waakt de dienst der Gemeentewerken, welke gehuisvest is in de bovenverdieping van het Politiebureau. Behalve de zorg voor huizen, torens, poorten, bruggen, sluizen, kaden, riolen behoort eveneens tot het gebied zijner werkzaamheid het onderhoud van straten en wegen, van veren en dijken. En dat dit geen senicure is bij een gemeentelijk grondbezit van meer dan 3600 H.A., hetwelk omringd is met dijken en kaden en doorsneden van wegen, laat zich begrijpen. Bovendien rust op Kampen van ouds de onderhoudsplicht voor verschillende wegen in de omgeving, welker gezamenlijke lengte meer dan 115 K.M. bedraagt. Zoo behoort niet alleen de geheele Wezeper heide met haar oppervlakte van 350 H.A. aan Kampen, maar ook de daar langs loopende grintweg over zijn volle lengte tot aan het station Heerde (vroeger zelfs ook door de kom van dat dorp).
Toch zijn bij G. W. een aantal hoogst belangrijke, nieuwe werken in uitvoering of in gevorderden staat van voorbereiding. Reeds zijn genoemd die voor stadsuitbreiding, dan volgt de aanleg van een nieuw sportterrein van 110 Ares, de zorgvuldige restauratie van den Nieuwen Toren (werk van jaren en tienduizenden guldens kosten), een belangrijke uitbreiding der Algemeene Begraafplaats, verder de waterverversching der stadsgracht en de verbetering van het rioolstelsel langs de Ebbingestraten. De hierbedoelde verbetering zal worden verkregen door gebruik te maken van electromotorische bemaling om het rioolvocht af te voeren naar den IJssel, een werk, waarmee een uitgave van ongeveer f 40.000.- gemoeid is. Na voltooiïng zal de stadsgracht, dan niet verder door rioolwater verontreinigd, worden opgenomen onder de wateren van de polder "Broeken en Maten" en gelijk met deze door het stoomgemaal van de polder op peil gehouden. Uit oogpunt van hygiëne een enorme verbetering!

Gezondheid
De gezondheidstoestand van Kampen is in 't algemeen gunstig, hetgeen blijkt uit de sterftecijfers:
1914 246 personen (1,23 per 100 inw.)
1915 242 (1,21)
1916 273 (1,36)
1917 288 (1,44)
1918 309 (1,54)
1919 291 (1,42)
1920 281 (1,38)
1921 245 (1,22)
1922 275 (1,32)
1923 227 (1,13)

Het aantal sterfgevallen aan tuberculose, welke ziekte vooral in arbeiderskringen talrijke offers vond, neemt in verblijdende mate af, waartoe heeft bijgedragen eerstens het zeer verdienstelijke werk van de "Vereen. tot Bestrijd. der Tub." en dat van het "Groene Kruis", maar ook de belangrijke verbetering van volkshuisvesting en in 't algemeen van de hygiënische toestanden, waarvoor de ijverige Gezondheidscommissie voortdurend werkzaam is.

Het keuren van vleesch en visch is opgedragen aan een plaatselijken keuringsdienst onder directie van een keuringsveearts, geassisteerd door een hulp-keurmeester. De plaatselijke keuringsdienst is tevens door het Rijk belast met het onderzoek van geïmporteerd buitenlandsch vleesch, dat van hier uit over de afnemers in de omgeving gedistribueerd wordt.

Tegen het in den handel brengen van ondeugdelijke voedingsmiddelen van anderen aard waakt "de keuringsdienst van het keuringsgebied Zwolle", in genoemde stad gevestigd. Een gemeentelijke ontsmettingsdienst is belast met de ontsmettingen ten behoeve der ingezetenen en onder bepaalde voorwaarden ook van goederen uit andere gemeenten. De ontsmettingsoven is geplaatst in een gebouw op het terrein der Engelenberg-Stichting.
De behandeling van de patienten, die in aanmerking komen voor kostelooze geneeskundige hulp, is opgedragen aan twee gemeente-geneesheeren en twee door de gemeente aangestelde vroedvrouwen.
Voor ernstige patienten is het nieuwe, naar de eischen der hygiëne gebouwde ziekenhuis bestemd, "de Engelenberg-Stichting", waaraan verbonden zijn: één geneeskundige, twee heelkundigen, een directrice, twee hoofdverpleegsters, zes gediplomeerde verpleegsters, zes ongediplomeerde verpleegsters en (naar behoefte) volontair-verpleegsters. De verpleegkosten bedragen voor de
1e klasse: verpleging per dag f 5.50, gebruik van operatiekamer, per keer f 15. - ;
2e klasse: verpleging per dag f 3.50, gebruik van operatiekamer, per keer f 10.-;
Bij beide worden kosten voor bewassching, ontsmetting en verbandmiddelen extra in rekening gebracht.
3e klasse: verpleging per dag f 1. -.
Wanneer de behandelende arts voor een 3e klasse-patient raadpleging van een specialist noodzakelijk oordeelt, komen de kosten ten laste van het Ziekenhuis.
Voor poliklinische behandeling wordt per keer f 0.50 betaald benevens de kosten van verbandmiddelen. Minvermogenden kunnen van de betaling daarvan geheel of ten deele worden vrijgesteld.

Reiniging
Voor het reinigen van de straten, het ledigen der rioolputten, het eenige keeren per week ophalen van asch en vuilnis en van faecaliën, het wegruimen van sneeuw, enz. zorgt de Gemeentelijke Reinigingsdienst met een personeel van 50 man en 18 paarden. Het terrein der Reiniging met de stallen en bergplaatsen is aan de rivier gelegen aan het benedeneinde van Brunnepe, terwijl het bureau gevestigd is naast de kantoren van Gemeentewerken. Wegens geleidelijke doorvoering van reorganisatieplannen verkeert de dienst momenteel in een stadium van overgang.

Politie
De veiligheid van lijf en goed wordt gewaarborgd door een actief politiecorps, bestaande uit den commissaris, een inspecteur, een adjunct-inspecteur, vier hoofd-agenten, 17 agenten 1e klasse (brigadiers) en 9 agenten 2e klasse. Door geregelde lichaams- en wapenoefeningen, ook vrijwillig in hun Sportvereeniging, en het volgen van cursussen in verbandleer en hulpverleening, blijven de politiemannen zich voor hun taak bekwamen. Aan het Bureau staat een slangenwagen gereed, welke door aanschroeving aan de waterleiding onmiddellijk bruikbaar is en in de bediening waarvan de agenten geoefend zijn. Naast de politiebewaking bestaat een particuliere nachtveiligheidsdienst.

Brandweer
Bij brandalarm wordt eerst door de politie uitgerukt; blijkt echter de omvang van den brand te groot, dan wordt onverwijld de motorspuit te hulp geroepen en zoo noodig ook het verder materiaal. De brandweer staat onder leiding van een opperbrandmeester, 4 brandmeesters en 6 assistent-brandmeesters, in verschillende deelen der stad woonachtig.

Arbeidsbemiddeling
De dienst der Arbeidsbemiddeling wordt waargenomen door een Correspondent, die dagelijks op bepaalde uren in het Stadhuis zitting houdt om de aanvragen voor plaatsing en die tot het bekomen van werkkrachten in ontvangst te nemen en wiens taak dus bestaat in het tot elkander brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

Bouwtoezicht
Aan het onder G. W. ressorteerende Bouw- en Woningtoezicht is de zorg opgedragen voor naleving van de bepalingen van Woning- en Hinderwet en van de Bouwverordening. Reeds voor twintig jaar zijn op bescheiden schaal pogingen in het werk gesteld tot verbetering der volkshuisvesting, eerst door enkele aannemers en door de Chr. arbeidersvereeniging "Patrimonium", vervolgens door een coöp. bouwvereeniging "Des Werkmans Vriend", welke een blok woningen deed zetten op een verhoogd terrein aan den Singel, waarvoor het bouwkapitaal tegen lage rente was verstrekt door Nuts-Spaarbank en Gasthuizen en daarna door een groep ambtenaren, die een coöp. bouwvereeniging "Eigen Haard" oprichtten voor het bouwen van burgerwoonhuizen aan de toen pas aangelegde 3e Ebbingestraat. Later werd als tijdelijke voorziening door de gemeente medegewerkt door het inrichten van noodwoningen, doch eerst de door particulieren, zonder en mèt overheidssteun, ondernomen massabouw, hiervoor besproken, heeft verademing gebracht, zij het nog steeds niet geheel afdoende.

Onderwijs
Aan gelegenheid voor het ontvangen van onderwijs van iedere soort en naar ieders beginsel ontbreekt het te Kampen allerminst. Lager onderwijs wordt gegeven in vijf openbare en acht bijzondere scholen; drie der laatste gesticht door de "Vereeniging tot Stichting en Instandh. van Scholen voor Chr. L. 0." en drie door "de Hervormde Schoolvereeniging", terwijl er een Kath. Jongens- en een Kath. Meisjesschool zijn. De voorbereiding heeft plaats aan drie gemeentelijke Bewaarscholen.


Foto: Een der scholen voor Openb. Lager Onderwijs


Foto: De R.K. Meisjesschool

Verder bestaan er twee scholen voor M.U.L.0., een openbare en een bijzondere. De Gemeentelijke H.B.S. met vijfjarigen cursus heeft in elk harer klassen gemiddeld een 20-tal leerlingen. Waar als regel de leerlingen állen met goed gevolg het eindexamen afleggen, verheugt de school zich in een gunstige reputatie. Hetzelfde ruime en welingerichte gebouw, waarin de H.B.S. gevestigd is, herbergt tevens het Sted. Gymnasium, dat sinds jaren ook door jongelieden van elders wordt bezocht. Het schoolgeld voor beide instellingen is als volgt vastgesteld: bij een zuiver inkomen der ouders (aanslag plaatsel. inkomsten-belasting), beneden f 1200.- is geen schoolgeld verschuldigd; bij een inkomen van f 1200 tot f 1600 f 10 etc. Het maximum is f 300 bij een inkomen van 20000 tot 22000. Wanneer meer dan één leerling uit hetzelfde gezin Gymn. of H.B.S. bezoeken, wordt voor het tweede en voor ieder volgend kind 3/5 van het gewone schoolgeld betaald. Thans is besloten beide inrichtingen te vereenigen en geleidelijk om te zetten in een Lyceum, hoofdzakelijk met de bedoeling het tijdstip voor het doen der beroepskeuze een paar jaren op te schorten.


Foto: Hogere Burgerschool (Lyceum)


Foto: Het Gymnasium

Naast de gemeentelijke scholen is te Kampen nog een gymnasium gevestigd, opgericht en in stand gehouden door "de Nat. Vereen. voor Geref. Voorber. H.O.". Dit "Gereformeerd Gymnasium", waarvan de leerlingen afkomstig zijn uit alle deelen des lands, was aanvankelijk ondergebracht in het gebouw der Theologische School, wat op den duur onhoudbaar bleek. Daarom besloten de curatoren van het Gymnasium tot het stichten van een eigen gebouw, waarvoor rijkssteun zou kunnen verkregen worden, en met dit doel werd een aan de IJsselkade gelegen terrein van de gemeente aangekocht. Op hun verzoek werd deze koop echter later weer tenietgedaan, daar inmiddels gebleken was, dat voorshands niet op steun der regeering zou kunnen gerekend worden. Tezelfder tijd deed zich een andere oplossing aan de hand. Als gevolg van de wordende samenvoeging van Sted. Gymnasium en H.B.S. was in het gemeenschappelijk gebouw overtollige ruimte ontstaan en nu vonden bestuurders van het Geref. Gymnasium hierin aanleiding voor het verzoek, dat deel van het gebouw aan hen in huur af te staan, welk verzoek werd ingewilligd.
De Theologische School dient tot opleiding van predikanten in de Gereformeerde Kerken en wordt uitsluitend door die kerken in stand gehouden. In 1854 opgericht heeft de School in de 70 jaren van haar bestaan een groot aantal theologen gekweekt, die hun arbeidsveld gevonden hebben niet slechts in alle deelen van ons land en in de Koloniën, maar ook daar buiten, in Duitschland, Amerika, Zuid-Afrika. En de beteekenis der T. S. als opleidings-instituut is nog steeds wassende, daar het aantal ingeschrevenen studenten, dat vóór twintig jaar nog geen 20 bedroeg, thans tot 110 is gestegen. De eerste jaren na de oprichting werd het onderwijs door de docenten in hun eigen woning gegeven en eerst in 1870 kon men aan de Oudestraat een klein collége-gebouw stichten, dat bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan aanmerkelijk werd vergroot. Tezelfder tijd werd de interne inrichting der School in overeenstemming gebracht met die der universiteiten, zoodat voor toelating ook vereischt werd het einddiploma Gymnasium of het voldoen aan een daarmee ongeveer overeenkomend admissie-examen. Tien door de Synode benoemde curatoren vormen het bestuur. De college's worden gegeven door vijf hoogleeraren, van wie beurtelings een optreedt als rector. Het in gebruik zijnde gebouw, dateerend van 1894 en destijds overvloedig ruimte biedende, kon de laatste jaren niet meer voldoen aan den expansiedrang der in omvang en beteekenis toenemende instelling en dit gebrek aan bewegingsvrijheid werd zoo hinderlijk, dat het Curatorium zich verplicht zag hiermee de Generale Synode der Gereformeerde Kerken in kennis te stellen, welke machtiging verleende voor een beroep op de offervaardigheid der kerken.
De uitwerking van dezen oproep was verrassend. In korten tijd was aan extra-bijdragen een som van een ton gouds bijeengebracht, waaronder f 25000. - uit de Vereen. Staten, zoodat aan het plan tot uitbreiding volledig gevolg kon worden gegeven. En eenmaal tot bouwen besloten, bepaalde de Bouwcommissie zich niet tot uitbreiding, maar deed door den architect C. de Geus te Amsterdam in overleg met Tjeerd Kuipers als bouwkundig adviseur, een plan ontwerpen tot algeheele verbouwing, terwijl de inrichting tijdelijk werd overgebracht in de van het Departement van Oorlog gehuurde ledig staande gebouwen van den Hoofdcursus. Begin September 1924 kwam het nieuwe gebouw gereed en is op 17 dier maand in gebruik gesteld met een samenkomst in de groote Aula, waar ook de minister van Onderwijs Dr. De Visser het woord voerde. Het is als geheel en in de onderdeelen een fraai bouwwerk. Geheel in strenge stijl opgetrokken rondom een ruim binnenplein maakt het, gezien uit de hall, een imposant en indruk; de statige Aula, de uitgestrekte bibliotheek, de deftige examenkamer in 't bijzonder zijn zeer geslaagd, evenals de kleine Aula, vergaderzaal van het studentencorps "Fides Quaerit Intellectum". Met de gestadige toeneming van het aantal studenten verminderde de gelegenheid tot het verkrijgen van de meest gewenschte huisvesting. Op een der "schooldagen" werd ook deze zaak "ernstig ter sprake gebracht, wat ten gevolge had de oprichting in 1921 van een "Vereeniging tot St. en Instandh. van een Hospitium voor Studenten der Theologische School te Kampen", welke reeds twee jaren later door aankoop in het bezit geraakte van het kapitale gebouw, waarin het hotel "Des Pays Bas" was gevestigd geweest. Het hospitium, of in den volksmond, "het Studentenhuis" staat onder leiding van een directrice en kan aan een 20-tal jongelieden ieder een studeer- en
slaapkamer verschaffen, terwijl gemeenschappelijk wordt gebruik gemaakt van conversatie- en eetzaal.
Voor de ontwikkeling en theoretische voorbereiding van de aankomende ambachtslieden bestaat te Kampen gelegenheid op een Nijverheids-Avondschool, terwijl aan de Handels-Avondschool de kennis wordt bijgebracht, welke den toekomstigen kantoorbediende van voordeel zal zijn; aan eerstgenoemde inrichting valt het accent op de wiskunstige vakken en het teekenen, terwijl boekhouden en taalonderwijs den voorrang hebben aan de Handelsschool. Het getal leerlingen, die aan deze inrichtingen het onderwijs volgen, bedraagt respectievelijk 120 en 47.
Aan de inrichting met den ouderwetsch klinkenden naam van "Stadsnaaischool", worden de meisjes uit den arbeidenden stand onderricht in nuttige handwerken en aanverwante huisvrouwelijke kundigheden. Des avonds wordt daar een vervolgcursus gehouden voor de meer gevorderden.
De Stedelijke Muziekschool leidt op in de theorie der muziek en in het bespelen van verschillende strijk- en blaasinstrumenten. Uit de leerlingen, welke blijk geven van bijzonderen aanleg, worden de élèves gerecruteerd voor eventueele aanvulling van het Stedelijk Orchest. Heel wat musici in den lande danken hun eerste opleiding aan de Kamper Muziekschool.

Belastingen
Wat het veelbesproken en in dezen tijd ook inderdaad kwestieuse punt der belastingen aangaat, kan worden geconstateerd, dat te Kampen de plaatselijke Inkomstenbelasting zich de laatste jaren geregeld in dalende lijn beweegt. Voor het jaar 1924 kon weder de Hoofdelijke Omslag met 30 percent verlaagd worden en werd het vermenigvuldigingscijfer vastgesteld op 0.8. De aanslag over dat jaar bedraagt voor een gezinshoofd zonder kinderen met een inkomen van f 2000.- : f 31,92 etc. tot een gezinshoofd zonder kinderen met een inkomen van f 20000: f 911,96. Bovendien worden er voor de gemeente 25 opcenten geheven op de Personeele Belasting.

Kerkgenootschappen
Van de Kamper bevolking behoort de meerderheid tot de Hervormde Kerk. Volgens de laatste volkstelling bedroeg het aantal inwoners 20636 en van dezen rekenden zich 11214 of ruim 54 percent tot de Ned. Herv. Kerk, 4797 of ruim 23 percent behoorden tot de Gereformeerde Kerk en er waren 2389 Roomsch-Katholieken, dat is 11 percent van het totaal; de overige Kampenaren zijn verdeeld over de kerkgenootschappen van kleineren omvang: de Doopsgezinde, de Euang. Luthersche, de Gereformeerde, de Oud-Gereformeerde, de Chr.-Gereformeerde en de Israëlietische gemeenten.
De Hervormden beschikken voor hun godsdienstige samenkomsten over drie kerken: de Sint Nicolaas- of Bovenkerk, de Broederkerk en de voor weinige jaren in het Bagijnenkwartier te Brunnepe gebouwde Noorderkerk. Eveneens drie bedehuizen hebben de Gereformeerden: de Burgwalkerk, de Nieuwe Kerk en de Hagenpoortkerk. Zooals de naam reeds aanduidt, is de Nieuwe Kerk bij de Broederpoort pas enkele jaren oud; het is een ruim, statig gebouw, opgetrokken in strengen stijl, fraai werk van den bekenden kerkenbouwer Tjeerd Kuipers. De Lieve Vrouwe- of Buitenkerk is bij de Katholieken in gebruik.
Zoowel politiek als kerkelijk is de bevolking in meerderheid behoudend. Zoo zijn in de groote gemeente van Ned. Hervormden het ook de meest rechts staande leden, die de
meerderheid der bestuurscolléges uitmaken, ondanks de volhardende pogingen van de voorstanders der ethische richting tot het verkrijgen van medezeggingschap. De vrijzinnigen houden zich hierbij de laatste jaren afzijdig. Dezen hebben zich aaneengesloten tot een " Vereeniging van Vrijzinnig-Hervormden", welke zich een geestelijk voorganger heeft gekozen en bij overeenkomst het recht verkregen heeft geregeld gebruik te maken van het Luthersche kerkgebouw voor haar godsdienstige samenkomsten. In verband met toekomstige kerkbouwplannen is de vereeniging reeds door aankoop in het bezit gekomen van het voormalige hotel "De Dom van Keulen".
Een en ander werd mogelijk gemaakt vanwege een vorstelijk legaat, door een overleden geestverwant aan de vereeniging vermaakt, denzelfde, wiens naam voortleeft in "het Huysmansfonds", waaruit des winters o.a. avonden van gewijde kunst worden bekostigd.
De Gereformeerde Kerk, die in sterkte van ledental volgt en door vier predikanten wordt gediend, heeft zich binnen den tijd van drie kwart eeuw ontwikkeld uit een kleine kring "Christelijk Afgescheidenen" (aldus naar hun afscheiding van de Ned. Hervormde Kerk). Feitelijk werd de gemeente reeds gesticht in 1835, doch in 1837 trad zij buiten het verband en bleef zelfstandig tot 1851, in welk laatste jaar de meeste leden weer in de Chr. Afgescheiden Kerk terugkeerden, terwijl de minderheid zich handhaafde als afzonderlijke gemeente, welke hier onder den naam Dordtsch- of Oud-Gereformeerden nog bestaat.
De Orde der Vrijmetselaren en die der Odd-Fellows hebben haar loge-gebouw beiden in de Boven-Nieuwstraat. De eerste, "Le Profond Silence", onder eigen dak, de tweede in een deel van het Groene Kruisgebouw.

Staatkundige richting
Ook op het terrein der staatkunde zijn de rechtsche partijen te Kampen het sterkst vertegenwoordigd. De onderlinge verhouding der politieke groepen spiegelt zich ongeveer af in de samenstelling van den gemeenteraad, waarin zitting hebben:
4 leden (onder wie een wethouder) van de Christ.-Historische, 4 (een wethouder) van de Antirevolutionaire partijen, 2 van de Gereform. Staatspartij, 2 Roomsch-Katholieken, 3 (een wethouder) Vrijheidsbonders, 3 Sociaal-Democraten en 1 Vrijz.- Democraat.

Instellingen van liefdadigheid
Te Kampen bestonden naast elkander twee Weeshuizen, het eene oud (als stichting), rijk en toch slechts bestemd voor de verpleging van heel enkele ouderlooze kinderen, het ander minder oud en zonder eigen vermogen, maar belast met de zorg voor tientallen weezen. Bij het eene, het Grootburger- Weeshuis, dus een gestadige vermeerdering van groot bezit, bij het andere, het Burger-Weeshuis, algehele afhankelijkheid van den steun der gemeenschap. Een hoogst eigenaardige toestand! Zóó oordeelde vóór ca. twintig jaar ook de Gemeenteraad, welke besloot de beide Weeshuizen te vereenigen en alle kosten te bestrijden uit het vermogen van het G.B.W. Maar de regenten van dit laatste gesticht dachten daarover geheel anders. Zij betwistten aan het gemeentebestuur het beschikkingsrecht over het G.B.W., als zijnde dit een zelfstandige instelling, voor welke opvatting naar hunne meening voldoende gronden waren aan te voeren, ontleend aan het historisch verleden der (van 1592 dateerende) stichting. Het meeningverschil heeft geleid tot een procédure, welke jarenlang is hangende geweest. Nadat beurtelings ten gunste van elk van beide partijen uitspraak was gedaan, werd in hoogste instantie het gemeentebestuur in 't gelijk gesteld. Thans zijn alle weezen onder één regentencollége vereenigd in het nieuwe weeshuis aan den Vloeddijk, en wordt de huishouding bekostigd uit de gezamenlijke inkomsten. Dit weeshuis is een groot, in renaissance-stijl pgetrokken gebouw, een sieraad voor de omgeving, en naar het inwendige ruim en keurig van inrichting. Het thans verlaten grootburgerweeshuis aan den Cellesweg wacht op andere bestemming.
Onder de stichtingen - waaraan Kampen rijk is! - verdienen verder, vóór alle vermelding "de Vereenigde Gast- en Proveniershuizen", zoo geheeten na de samenvoeging in 1897 van het Heilige Geest- en het Sint Geertruids-Gasthuis. Deze instelling is rekenplichtig aan den Gemeenteraad, welke ook de regenten benoemt, doch alle uitgaven kunnen bestreden worden uit een aanzienlijk eigen vermogen. En die uitgaven zijn beduidend, daar het getal der verpleegden, mannen en vrouwen, die hier een onbezorgden ouden dag genieten, meer dan 200 bedraagt. Onder hen zijn menschen uit den kleinburgerstand, die tegen storting van een matige geldsom in het genot worden gesteld van een vrij huisje ter bewoning, waar hun dagelijks de levensmiddelen (onbereid) van het gesticht worden gebracht. Anderen, die tegen lager tarief maar toch ook een zeker bedrag betalen, hebben het gebruik van een net zit-slaapvertrek met volledige (geheel toebereide) kost, terwijl er ook zijn, de meesten, die hier verpleging genieten zonder eenige contra-prestatie dan het doen van geringe handreikingen bij den huishoudelijken dienst. Alles ademt rust en vrede in deze kleine wereld, welke reeds aan geslachten van behoeftige ouden van alle gezindten ten zegen is geweest.
Een eenigszins ander karakter draagt de langs de 1e Ebbingestraat gelegen "Van Gelder-Stichting", genoemd naar wijlen mevrouw van Coeverden Adriani geb. Van Gelder. Aan menschen, die de beschikking hebben over een inkomen, dat niet geheel toereikend is om behoorlijk van te leven, wordt daar een afzonderlijke vrije woning aangeboden benevens een geldelijke toelage. Het lidmaatschap der Gereformeerde Kerk geldt hiervoor echter als voorwaarde en de regenten der stichting worden door den Geref. Kerkeraad benoemd.

Eveneens begrensd is de kring, waaruit de verpleegden van een andere liefdadigheidsinstelling aan de 3e Ebbingestraat afkomstig zijn. Daar ligt het Bestedelingenhuis der Hervormde Diaconie, een ruim gebouw en vorig jaar door uitbouw nog aanmerkelijk vergroot.

En de barmhartigheid uit zich nog van oudsher in andere vormen. Zoo hebben de Bethlehems- en de Averencks-vergadering, beide onder beheer van het Burgerlijk Armbestuur, tot bestemming gratis huisvesting te verleenen met nog een kleine
toelage aan behoeftige weduwen. En de Brands- de Toeboecops- en Vorens-, de Glauwen- of Vordens-, de Buydels- Vergadering, door regenten bestuurd, hebben alle een soortgelijk doel.

Militaire gebouwen
Een drietal ruime gebouwen, nog voor weinige jaren geheel of ten deele vernieuwd, staan op dit oogenblik ongebruikt, namelijk dat, waarin tot Augustus 1923 de Hoofdcursus gevestigd was, dat hetwelk tot Januari 1923 den Centralen Cursus
herbergde, en de Manege, waar eertijds de officieren van het garnizoen en de onderofficieren van den H.C. rijles ontvingen. Door het besluit de geheele opleiding van beroepsofficieren te Breda te concentreeren werd aan Kampen een harde slag toegebracht. Door de jarenlange vestiging waren de H.C. en de daarvoor opleidende Cursus te Kampen ingeburgerd en het verbreken van den band werd aan beide zijden betreurd. Naar herhaaldelijk tot uiting kwam, was de verhouding tusschen burger- en militair element voortreffelijk. Nog versch in het geheugen ligt de herdenking van het gouden feest van den Hoofdcursus in 1919, bij welke gelegenheid de burgerij bewees hoezeer zij er in meeleefde, niet alleen door het aanbieden van waardevolle geschenken, maar ook en vooral door spontane blijken van sympathie. Die eerste Octoberdagen van '19 vonden heel Kampen, tot zelfs kleine straatjes en stegen, in vlaggentooi en vollen feestdos. Nog hooren we op de binnenplaats van het door burgerhanden smaakvol versierde H.C.-gebouw, nadat een talrijk comité het kostbaar geschenk (voor ieder leerling een zwaar zilveren couvert) had aangeboden, de commandeerende hoofdofficier in zijn dankwoord wijzen op den traditioneelen band van hartelijke vriendschap tusschen Kampen en den Hoofdcursus, daarbij uitsprekende de hoop en verwachting, dat beide nog heel lang zouden mogen vereenigd blijven. En uit de schitterende kring van opper- en hoofdofficieren, allen van den H.C. afkomstig, trad toen de martiale figuur van generaal Drijber, commandant van Bronbeek, naar voren voor het aanbieden namens de oud-leerlingen van een prachtig vaandel en ook hij roemde de voorbeeldige verhouding, welke te Kampen tusschen burgers en militairen steeds had bestaan, en sloot zich ten slotte, onder geestdriftig en bijval, aan bij den door den Directeur uitgesproken wensch. Geen vier jaren later was de verplaatsing een voldongen feit, door Kampen gevoeld als een ramp.


Foto: Ingang van de Kazerne, waarin meer dan 70 jaar het Instructie-Bataljon gevestigd was


Foto: De gebouwen, welke ruim een halve eeuw voor de Hoofd-Cursus werden gebruikt


Foto: Het gebouw aan de Vloeddijk, waar de Centrale Cursus was gehuisvest.

Nog een ander militair gebouw, het grootste van alle, zag na een onafgebroken verblijf van drie kwart eeuw op 15 September 1924 zijn laatste bewoners voorgoed heengaan. Het is de kazerne van het voormalige Instructie-Bataljon, welk corps in 1850 werd opgericht. met bestemming tot de lagere kaderopleiding bij de Infanterie. Het werd in den loop der jaren met de stad van vestiging zoodanig vereenzelvigd, dat de mededeeling dat een jonge man "naar Kampen ging", geen nadere toelichting behoefde. Ook dit is voorbij, daar als gevolg van gewijzigde denkbeelden ten aanzien van kadervorming het I.B. is opgeheven. Dit gebouw zal echter het lot der verlatenheid niet deelen, althans voorloopig niet. In afwachting van de beslissing der Tweede Kamer over het ingediende wetsontwerp tot centraliseering van de beide opleidingsscholen voor verlofsofficieren, zijn voor dit cursusjaar de leerlingen, voor wie de school te Amersfoort geen voldoende ruimte bood, te Kampen geplaatst en gelegerd in het betrekkelijk nieuwe schoolgebouw der kazerne. 1)
1) Sedert het voorgaande werd geschreven, is de wettelijke regeling tot stand gekomen, waarbij de vereenigde Verlofscholen te Karnpen zullen worden gevestigd met behoud van een kleiner deel der opleiding in een der zuidelijke garnizoens. Onder de vele en velerlei voordeelen en tegemoetkomingen, welke het gemeentebestuur van Kampen heeft aangeboden, behoort ook het gebruik van het weeshuis aan den Vloeddijk met het naast liggend gebouw aan het Bregittenplein, waarin de 2e Bewaarschool en de Stads-Naaischool gevestigd zijn, beide na inwendige verbouwing in verband met de nieuwe bestemming. De weesinrichting gaat over naar het gerestaureerde en gemoderniseerde G.B.W.-gebouw, de Naaischool naar het gebouw, waarin vroeger de Centrale Cursus gelogeerd was en de bewaarschool (tijdelijk) naar de voormalige burgerschool aan den Vloeddijk.

Ontspannings-gelegenheden
De Gehoorzaal is bestemd voor het geven van uitvoeringen op kunstgebied en van filmvertooningen en het houden van voordrachten en vergaderingen. Voor hetzelfde doel staan in de societeiten ,,'t Collegie" en "De Buitensocieteit" eveneens zalen ter beschikking. Eerstgenoemde societeit doet door haar naam terugdenken aan den tijd, toen zij aan de Nieuwe Markt gevestigd was in een gebouw, waar in de 17e en 18e eeuw het collége van Ridderschap en Steden bijeenkwam; vóór ongeveer veertig jaar werd het tegenwoordige gebouw aan de IJsselkade gesticht.


Foto: De Buitensocieteit

De Buitensocieteit is prachtig aan de overzijde vlak vóór den ingang der IJsselbrug gelegen. Zittende op het bordes geniet men een zeldzaam mooien kijk op stad en rivier, terwijl de lommerrijke, goed onderhouden tuin des zomers voor velen een aantrekkingspunt vormt. Op deze plek heeft eenmaal een fort gelegen om den toegang tot de brug te beletten. Terrein en gebouwen zijn gemeentelijk eigendom en tegen matigen huurprijs afgestaan aan de vereeniging "De Buitensocieteit te Kampen". Deze voert de exploitatie in eigen beheer, zorgt voor een welvoorziene leestafel, 3 eerste klas-biljards, een kegelbaan, een tennisveld; in de zomermaanden laat zij bovendien een aantal concerten geven door het Stedelijk Orchest en des winters biedt zij den leden eenige keeren een concert, tooneeluitvoering of bal. Ten einde het lidmaatschap binnen veler bereik te brengen, is de contributie uiterst laag gesteld; deze bedraagt f 9.50 per jaar, waarvoor ook de vrouwelijke leden van het gezin toegang hebben. Vreemdelingen hebben vrijen toegang.

Tuin- en landbouw
De nauwgezette verzorging der gemeentelijke plantsoenen en parken prikkelt tot navolging. Wat de Kamper bloemisten en kweekers in hun tuinen en kassen en in een drietal bloemwinkels laten zien, kan de toets der vergelijking schitterend doorstaan, terwijl de vereeniging Floralia nuttig werk doet door liefde voor bloemen en planten aan te kweeken. In IJsselmuiden wordt de tuinbouw, daar het middel van bestaan, intensief en op uitgebreide schaal beoefend en aan de beide drukbezochte groenteveilingen wordt voor groote bedragen omgezet. Niet vreemd dus, dat er van de tentoonstellingen van de plaatselijke afdeeling der Ned. Vereen. voor Tuinbouw en Plantkunde een gunstige roep uitgaat.
De afdeeling Kampen en O. der Ouerijss. Landbouwmaatschappij behartigt de belangen van landbouwers en veehouders en laat voordrachten houden, in den regel op de marktdagen.

Kunstbeoefening
Onder de kunsten vindt vooral de muziek te Kampen talrijke beoefenaars. Met eere mag worden genoemd het Stedelijk Muziekcorps , dat den vroeger verworven goeden naam .nog steeds weet hoog te houden, en nog dezer dagen in de Zwolsche Courant door een deskundigen beoordeelaar gerekend werd tot "de heel goede orchesten in den lande". Daarnaast bestaat een dilettanten-orchest, hetwelk in zijn soort stellig verdienste heeft, mede blijkende uit de hooge prijzen, welke steeds bij wedstrijden worden behaald. En nog een tweede gezelschap is aardig op weg dit voorbeeld te volgen. De beoefening van kamermuziek is in uitnemende handen bij Con Amore en Con Anima en feestmuziek van meer luchtig gehalte bezorgen "The Sturgeons' Orchestra" en de "Kamper Jazzband".
De individueele studie der muziek komt hier, dank zij bekwame leiding, zoo uitnemend tot haar recht, dat het mogelijk is bij de uitvoering der groote oratoria de orchestpartijen aan eigen krachten toe te vertrouwen en bij volksconcerten zonder aanvulling van elders klassieke muziek verdienstelijk ten gehoore te brengen. De bovengenoemde oratoria worden sinds tal van jaren uitgevoerd door de gemengde zangvereeniging "Gemengd Koor" met medewerking van vooraanstaande solisten en deze concerten zijn te beschouwen als het hoogtepunt van ons plaatselijk muziekleven. Naast dit koor bestaan er een verrassend groot aantal zangvereenigingen van tweeden en lageren rang, de meeste van christelijken huize.
De tooneelkunst wordt gediend door de Kamper Opera-vereeniging, de Rederijkerskamer "Kampen", de Friesche tooneelvereeniging "Sljucht en Rjucht", de Kath. tooneelclub "Caideron", de vereen. "Da Costa" en "V.Z.O.S." en eenige meer of minder hoog reikende reciteergezelschappen.
Een sinds jaren geregeld terugkeerende feestavond verdient om zijn bijzonder cachet speciale vermelding. Het is de traditieneele uitvoering van ,,Joost van den Vondel", de letterkundige vereeniging van leerlingen der H.B.S., welke steeds wordt bijgewoond door een groot aantal oud-leerlingen, daarvoor expresselijk van elders overgekomen.
Het bestuur van het Kamper Nuts-departement is zeer actief en spaart geen kosten om aan de buitengewone vergaderingen attractie te verleenen. En hetzelfde geldt van de Christelijke Winterlezingen, waar eveneens litteraire en wetenschappelijke onderwerpen door mannen van naam worden behandeld.
Voorts is "de Vereeniging voor Arbeidersontwikkeling" werkzaam in de richting van een volksuniversiteit. Voor haar cursusavonden, waar verschillende maatschappelijke vraagpunten door bevoegde personen worden besproken en toegelicht, geniet zij gemeentelijke subsidie.

Sport
Onze tijd staat in het teeken van de sport. En ook te Kampen vinden de verschillende takken van sport hun kring van beoefenaar . Reeds is gewezen op de ongemeen gunstige ligging van Kampen voor de watersport en de gieken, werrhy's en kano's der Kamper Roei- en Zeilvereeniging, de eigen jachten en booten, de zeilschuiten en huurvaartuigjes brengen des zomers op het breede watervlak een druk en vroolijk beweeg.
Tennis- en voetbalclubs zijn in flinken getale vertegenwoordigd. Onder de laatste vooraan "K.H.C.", welke de Kamper kleuren naar buiten zoo kranig verdedigt en die, als 2e klasser, meestal hoog staat op de lijst harer competitie.
In de turnzaal en op concours hebben de Kamper gymnasten te allen tijde een goed figuur gemaakt en nog moet er steeds gerekend worden met de mannen van "Crescendo" en “Thor".
De "Sportdagen" tevens toonen, dat er tusschen de plaatselijke vereenigingen kameraadschap bestaat en dat er een sportieve geest wordt aangekweekt. Met ongeduld zien allen uit naar de openstelling van het door de gemeente aangelegde, keurig ingerichte Sportterrein met kleedkamers, bergruimten, portierswoning enz.
Dat ook van paardensport kan worden genoten, is te danken aan de "Concours hippique- Vereeniging" , welke profiteert van de omstandigheid, dat steeds meerdere landbouwers in onze omgeving naam maken op het gebied der paardenfokkerij.
Tot het winterseizoen beperkt zich de activiteit van de vereeniging T.O.G. (Tot ons Genoegen). Haar terrein, de ijsbaan, ligt beschut voor gure winden, wat de vorming van een voldoend sterke ijskorst echter wel eens vertraagd. Het benoodigde bevloeiïngswater wordt opgepompt en op gewenscht peil gehouden door middel van een electromotor. Door demonstraties en wedstrijden verhoogt T.O.G. het genoegen der bezoekers, ook door concerten en door avondfeesten onder heldere electrische verlichting der banen.
In de wintersche sfeer ligt ook de bedrijvigheid van de plaatselijke schaak- en damgezelschappen, en tevens die van de Kamper Biljardclub en van de Kegelclubs.

Fokvereenigingen
Maar aan den winter is het najaar voorafgegaan, de tijd geëigend voor exposities. Reeds is genoemd die van de Maatchappij van Tuinbouw. Daarnaast komt dan de Kamper Kring tot Bevordering van Bijenteelt (tot welke "kring" behalve Kampen ook Elburg, Heerde, Wezep, en Kamperveen behooren) met haar hoogst belangwekkende tentoonstelling, waaraan een honigmarkt verbonden is. Verder heeft een vaste plaats op het programma de periodieke Hoendertentoonstelling, van groeiende beteekenis niet slechts door het aantal (vorig jaar 900 vogels) doch vooral door de hoedanigheid van vele inzendingen. Kamper fokkers zien bij herhaling hun rashoender met de hoogste onderscheidingen bekroond en niet enkel binnen de grenzen, maar tot in Engeland en Spanje. Voorts is er de tentoonstelling van de hard en met succes werkende Kynologenclub, waar rashonden van bijna alle soorten en vele van uitgelezen kwaliteit uit de meest verwijderde plaatsen des lands in de ring komen.
Exposeeren behoort niet tot het arbeidsterrein van de Kamper Hengelaarsvereeniging, maar zij verricht nuttig werk door het geregeld uitzetten van pootvisch in ontvolkte wateren. Zulk een was bijvoorbeeld het eenmaal vischrijke Noorddiep op het Kamper-Eiland, waarin bij den geweldigen stormvloed van Januari 1916 het zeewater doordrong, met gevolg, dat binnen enkele dagen al de prachtige karpers en andere vischsoorten gedood waren. Diezelfde hooge vloed heeft echter ook een tegenovergesteld gevolg gehad. Bij het afloopen van het zeewater bleven eenige botten en schollen achter in de diepe kolken bezuiden de stad en vonden nabij den bodem voldoende brak water om jaren lang levend en gezond te blijven. Althans werden daar onlangs eenige dezer zeevisschen volkomen welvarend door een stom-verbaasden hengelaar opgehaald.


Foto: De Nieuwe Weg (IJsselmuiden)

Wandelingen en uitstapjes in de omgeving
Aan de overzijde van den IJssel ligt "de Nieuwe Weg", Kampen's meest gezochte wandeling, een lommerrijke straatweg met zijpaden, waarlangs de voormalige tuinderswoningen geleidelijk plaats ruimen voor villa's en nette burgerwoonhuizen.
Deze straat, waaraan de terreinen en gebouwen der vorengenoemde groenteveilingen liggen benevens een tricotage-, een conserven- en een blikfabriek, loopt door IJsselmuiden, om verderop over te gaan in den Genemuider grintweg. Waar deze weg naar rechts ombuigt, den dijk langs Ganzediep en Goot volgende, ligt de aloude stad Grafhorst, aardig gelegen maar thans onaanzienlijk plaatsje. Van hier kan men naar Kampen terugkeeren over den rivierdijk, welke weg beeldige kijkjes geeft rechts over het Kamper-Eiland en links over de huisjes, tuinen en boomgaarden van IJsselmuiden, met in het midden de vooral om hun hoogen ouderdom merkwaardige toren en kerk der Hervormde Gemeente; welke namelijk reeds in de 12e eeuw uit tufsteen zijn opgebouwd. Nabij het kruispunt van den Nieuwen Weg en den dorpsweg ligt de nieuwe R. Katholieke kerk met haar opvallenden bouwstijl en daartegenover de Theodora Elisabeth-Stichting voor behoeftige oude lieden uit de gemeente IJsselmuiden en Grafhorst. Iets verder strekt zich naast den weg ter eener zijde een groot veld uit, omzoomd door hoog geboomte: "de Zandberg", eigendom van Kampen en gedurende drie kwart eeuw gebruikt als exercitieplaats, en aan de andere zijde liggen de oefeningsterreinen en schietbanen van het garnizoen. Den dorpsweg volgende door Oosterholt kan men rechts afslaande langs den Zwolsehen weg terugkeeren.
Een bijzonder aardige wandeling van matigen duur is bijvoorbeeld ook die langs den Zwolschen weg en verder over een zijweg naar het dorpje Wilsum om na overzetting aan het schuitenveer terug te keeren langs den grooten straatweg of wel heengaande dien straatweg en langs Venedijk of langs Hoogeweg terug, ook een rondje over den Zwarten Dijk, of een loopje naar zee. Wie het rayon wat ruimer kan nemen, ga het historische stadje Vollenhove eens bekijken of brenge een bezoek aan Giethoorn, "Overijsselsch Venetië". En dan - op slechts 15 K.M. afstand strekt zich de Veluwe uit met haar vriendelijke dorpen en mooie wegen, met haar hoog en laag, haar heiden en bosschen. Wezep, Hattem, Heerde en ook Nunspeet, Epe, Vierhouten, ze zijn alle per rijwiel zonder inspanning te bereiken, om van motorkracht niet te spreken.
In het voorgaande is getracht Kampen te schetsen gelijk het was en is, gelijk het werkt en verpoozing zoekt, zooals het leeft en streeft. Het mag met rechtmatigen trots terugblikken op een roemrijk verleden, maar tevens ziet het met rustig en hoopvol vertrouwen de toekomst tegemoet.

F.H.J. de Plot

Geen opmerkingen:

Een reactie posten