woensdag 8 augustus 2012

Wij trekken door Twente en Salland (1935): Almelo en het veenland

Almelo en het veenland

De breede weg, welke van Nijverdal naar Wierden loopt, is niet rijk aan afwisseling. Laat men zijn blik in Noordelijke richting gaan, dan ziet men een uitgestrekte vlakte: het veenland van Overijsel. Meen niet, dat het gebied, waarvan 't oude rijmpje zegt

Geluckig is het landt
Waer 't kint sijn moer verbrandt,

de belangstelling van den trekker niet waard is. Integendeel, het veenland heeft zijn eigen, wondere bekoring. De gemeente Den Ham, waartoe het gebied der venen ten deele behoort, is ook rijk aan heuvelachtige heidevelden, bosschen en rijke akkers. Het rustige dorpje zelf, is ver verwijderd van de spoorlijn en is eerst door de komst van de autobus uit zijn afzondering verlost. Bij het Overijselsche kanaal, waarlangs een goed fietspad loopt, bloeit een rijk plantenleven. Orchideeën, zonnedauw, vetblad, parnassia e.a. groeien hier in bonte verscheidenheid. Tyipsch doen hier en daar de schaapskooien aan.


Verrukkelijk is de weg van den Ham naar Ommen, dwars door de zeer wildrijke bosschen van het landgoed Eerde. De bochtige weg naar Wierden leidt door hooge heide, door een grootendeels nog woest, slechts hier en daar ontgonnen land. Bij Daarle blinkt de massieve witte toren van de Overijselsche Waterleidingmaatschappij, welke sinds enkele jaren een wijd gebied van goed drinkwater voorziet. Wij passeeren het Hooge Hexel en komen dan in Wierden, een nijver Twentsch dorp. De gemeente Wierden, welke vele goed onderhouden rijwielpaden bezit, telt verschillende buurtschappen, waarvan we nog het boschrijke Rectum en IJpelo noemen, beide naar den kant van Enter gelegen, welk dorp ook tot Wierden behoort.
Grootsch is het landschap rond Wierden niet. Maar het is liefelijk in hooge mate. Vele mooie oude boerderijen, waar hier en daar het spinnewiel nog in eere wordt gehouden, rulle, blinkende zandwegen, mooie bosschen en heidevelden kan men overal in deze uitgestrekte gemeente aantreffen.

Afbeelding: Aan ‘t spinnewiel

Van Wierden naar Almelo is het slechts enkele kilometers. Almelo, centrum voor een wijde omgeving, wedijvert met Hengelo om de tweede plaats onder de Twentsche steden. Het is een levendige stad van omstreeks 35.000 inwoners met veel handel en industrie. Evenals in de andere steden van Twente zijn de woonwijken hier ruim en fraai van aanleg. Merkwaardig is de wijze waarop de stad als 't ware in hoefijzervorm om het oude huis van Almelo is gebouwd, waaraan de plaats haar ontstaan te danken heeft. Eeuwenlang beheerschte het kasteel de wijde moerasrijke omgeving. Van het hartje der stad is men met enkele stappen verplaatst in het mooie gebied, dat tot het Huis te Almelo behoort. Prachtig is of liever was de statige Gravenallee, de jachtlaan van het slot. De gevreesde iepenziekte heeft hier geweldige verwoestingen aangericht onder de hooge boomenrijen. Maar een deel van de schitterende laan, welke op sommige punten haast met de Middachter Allee kan wedijveren, is gelukkig behouden gebleven. Langs de landelijke uitspanning "Het Jagertje", midden in het bosch, voert de laan naar de Pook aan het kanaal Almelo-Nordhorn. Het bosch is overal van een indrukwekkende pracht.
Een aardig plekje is de Haven te Almelo, waaromheen de pakhuizen der kooplieden liggen. Steeds heerscht hier een bonte bedrijvigheid. Behalve het kasteel bezit de belangrijke stad geen bijzondere bouwwerken. De Rechtbank kan daaronder zeker niet gerekend worden!

Afbeelding: Het kanaal Almelo-Nordhorn

Van Almelo gaan we langs het groote klooster "De goede herder" naar het veenland.

Wild en woest en ledig
Was het ruwe veen,
Slechts de heide vlocht er
Kransen over heen,
Boog zich over d' oever
Van den bruinen plas,
En verborg de diepte
Van het zwart moeras.

Zoo was het vroeger. Maar op sommige plekken is ook thans dit gedicht nog waar. Vlak en haast boomloos is de weg naar het welvarende Vriezenveen, waar zich vermoedelijk het eerst kolonisten uit West-Friesland hebben gevestigd. Later kwamen de eigenlijke Friezen naar hier. Schilderachtig is het langgestrekte dorp, met aan weerszijden de vaak eigenaardig gegroepeerde boerenhuizen. Vooral in den bloeitijd is het hier wondermooi, want haast bij elk huis zijn vele vruchtboomen, wilgen en elzen geplant. Vriezenveen lijkt dan op een sprookjesdorp. De antieke huizen, waarvan er vele door den geweldigen brand van 1905, welke 200 woningen in de asch legde, zijn vernield, vindt men nog in hoofdzaak aan het Oosteind.
Verschillende buurtschappen behooren tot de gemeente Vriezenveen. In Noord-Oostelijke richting gaat de weg naar de Pollen, Bruine Haar en Kloosterhaar. Dat is nog het echte veenland, waar de hoogst primitieve woningen der veenarbeiders nog worden aangetroffen. Wijd is hier het land; in de eenzaamheid liggen de donkere, haast dreigende veenplassen. Zeer merkwaardig is Sibculo, waar in het begin der 15e eeuw, midden in de toen ondoordringbare wildernis, een klooster werd gesticht. Eenige jaren geleden heeft thans wijlen de heer Ludwig van Heek uit Enschede hier omvangrijke opgravingen laten verrichten; verschillende vondsten zijn ter plaatse in een klein museum bijeengebracht. De aandacht trekt vanaf den weg de zandsteenen put, welke ook werd blootgelegd.
De gemeente Vriezenveen, waar thans een belangrijke tricotagefabriek is gevestigd, bezat van oudsher een levendigen linnenhandel. Vooral met Rusland werden talrijke handelsbetrekkingen onderhouden. Toen in 1813 de kozakken hier kwamen, werden ze tot hun grenzelooze verbazing in het Russisch begroet.

Verder Noordwaarts liggen de groote veenkolonie Vroomshoop (gemeente Den Ham) en Kloosterdijk. Vlak is het land, maar het wijde veengebied, waarin de groote plassen den wolkenhemel weerkaatsen, oefent overal een eigenaardige aantrekkingskracht uit op den trekker ....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten